website statistics

maandag 28 november 2011

Peter De Graef - Ombat (1994)



Beluister het een paar keer. Het is maar een klein fragmentje van een zeer schone theatermens.

vrijdag 18 november 2011

Keyserlei.

Er waren briefjes en gedichten op zorgvuldig gerecycleerde affiches die hun onschuld uitschreeuwden en al weken rond de bomen hingen.
Er was een kamp gebouwd met echte activisten die flyers uitdeelden, zo groot als een postzegel (om papier en dus bomen te sparen) om te tonen welk leed hun lieve bomen werd aangedaan.
Er was een kleine manifestatie met een speech en een publiek en ATV en warme dranken tegen de vrieskou.
Er waren diegenen die daarna naar huis gingen. En er waren er die er al een week kampeerden in de vrieskou om hun liefde ten volle te beleven.
Er was een sprankeltje hoop, want als de rechter dit, dan dat en dan konden zij het misschien toch winnen.
Er was een facebookgroep waarop ik uitgenodigd werd. En er was er nog één die hetzelfde riep, maar vergat dat het om de bomen ging en er een wedstrijd uitschelden van 'onze' Patrick van maakte.


Er waren ook tientallen Lindebomen toen ik gisterenochtend naar het station vertrok.
Gisterenavond waren ze er niet meer.


Ik verneem dat ze zich tot de laatste minuut verzet hebben. Dat ze in de bomen zijn gaan zitten. Dat de politie hen er heeft moeten uitplukken.
Een achttal mensen heeft zich vastgeklampt aan het beetje natuur dat onze stad rest.
Ik vind het een schoon gebaar. Ik vind het zonder meer nobel.

Ik weet helemaal niet wat het beste is. Of die nieuwe boompjes die ze zullen planten echt zoveel slechter zijn. Of ik het echt zo erg vind dat het fietsen over de Keyserlei binnenkort misschien niet meer iedere ochtend een traumatische ervaring zal zijn.
Of de stad dan echt sowieso het allerslechtste voorheeft met de bomen en de mensen en de natuur in het algemeen. Wie die stad eigenlijk is?

Maar dat het triest is, dat valt moeilijk te ontkennen.
Een grote gapende leegte. Vierkante lege gaten in de stoep met wild omgewoelde aarde. Ik tel de ringen van één van de opgebaarde bomen. Iets in de dertig jaren.
Ik hoop dat ze er een mooi meubel van maken. Maar ik vrees dat het misschien gewoon zagemeel wordt.

Ik loop heel langzaam en met zoveel mogelijk eerbied door dit slagveld. Aan sommige bomen hangt nog een gedicht. Ik neem het mee. Alsook een blad. Een tak. Een stuk hout. Voor in mijn herinneringendoos.