website statistics

zaterdag 29 mei 2010

Rumoer.

Hoe elke zaterdag de stad een beetje minder van mij is.
Daarover wil ik schrijven.
Dat ik zo graag in Antwerpen leef.
Dat je hier van alles een beetje hebt en van weinig te veel (behalve misschien steen en beton, maar daarom heet het nu eenmaal een stad).
Dat er voor alles een juiste plek is.
Dat er plekken zijn waar het net stil genoeg is en plekken waar het net luid genoeg is als je nood hebt aan wat ruis of rumoer omdat dat af en toe, beter dan de stilte, voor rust zorgt.
Dat er plaatsen zijn met veel wind en plaatsen met weinig wind. Pleinen met veel zon of pleinen zonder zon. Straten met vele kleuren mensen, straten zonder mensen. Straten met luide lelijke winkels of straten met één klein winkeltje. Bakkers met een ziel en bakkers zonder een ziel. Ijskarretjes met een lelijk muziekje en ijskarretjes met een echte bel en echte harde horentjes. Kruispunten waar je makkelijk overreden kan worden, moest je dat willen en kruispunten waar auto's niet welkom zijn.

Maar op zaterdag. Loopt dat allemaal even anders.
Dan wordt de stad overspoeld, overgenomen door het hele land, zo lijkt het wel.
Mensen lopen elkaar voor de voeten. Ik, die normaal altijd zigzaggend doorheen alles fiets, moet opeens op het ritme van de voetganger.
Zaterdag gaat alles op het ritme van de voetganger.
En elk kleinste straatje van de zaterdagstad wordt bezet door die voetganger.
Overal waar je komt lopen er mensen. Alle soorten mensen wandelen door alle soorten straten van alles soorten wijken en er is van alles niet gewoon een beetje. Op zaterdag is er van alles veel te veel.

Op zaterdag moet ik mijn stad even afstaan.
Maar doe maar, lieve mensen, lieve stad.
Want zondag maakt in al zijn uitgebreide stilte heel snel alles weer in evenwicht.

dinsdag 11 mei 2010

Gloei.

Er zijn van die dagen dat het binnenin je lijf wintert en zomert tegelijkertijd.
Het is de volheid ervan die je doet gloeien.

Het gaat over de vraag: Wat is het mooiste gevoel?
intensiteit
of geluk..